In ons hotel bij het vliegveld van Anchorage hangen vreemde types rond. Harde werkers met een zwaar leven die soms om een praatje verlegen zitten, aldus JW. Volgens Fen zijn ze vooral stoned & drunk en bovendien komen ze in haar kringetje. Vannacht produceerden ze ook bovengemiddeld lawaai. Dat is niet fijn, want onze wekker gaat om 5 uur. We moeten ons nog haasten om alle overgebleven yoghurtjes, ontbijt en drank mee te krijgen. Als ons shuttle busje voorstaat, grissen we de laatste spullen mee.
Als we zaterdagochtend om 8 uur in Bellingham aankomen, net over de grens in de staat Washington, is het nog steeds mistig. We zien Vancouver Island (en vriendin Brig) aan de andere kant van het water niet. Tot rust kwamen we dus wel de afgelopen dagen, maar we popelen om weer iets van Amerika te zien!
Maandag staan we om 6 uur op. We moeten namelijk onze huurauto inleveren in Bellingham, zo'n 1,5 uur rijden vanaf Seattle. Bellingham = regen! Vlakbij de stad komen we al weer in een plensbui terecht.
Als de wekker om half 7 gaat droomt Fen nog van wandelingen door de baai van Seattle (eergisteren) en Vancouver (gisteren) en de heerlijke lunch met salmon salad in het chique Tea House in Stanley Park. Maar we moeten door…
Volgens onze buurman is Riverside Resort in Whistler het beste RV-park dat hij in 3 weken tegenkwam, met elektriciteit, water (laden & lossen) en redelijk internet. Op de rest van onze route worden de omstandigheden minder. Was Fen net gewend aan het camperleven tot nu toe, moet ze al weer bijschakelen…