Dag 30 & 31: Machu Picchu, de verloren stad
Ons hotel in Aguas Calientes is ingesteld op vroege vogels: ontbijten kun je vanaf half 5. Iets voor half 6 lopen we ons gezellige straatje Avenida Hermanos uit. Wel oppassen want bestrating is er nauwelijks op de enige weg in het dorp. De constructie van de aangelegde stoep is ook charmant: je moet er continu af wegens onneembare obstakels.
Autoverkeer is hier nauwelijks. Alleen de bussen naar Machu Picchu denderen elk kwartier in een stofwolk voorbij. We hoopten met de 1e bus mee te kunnen, maar om half 6 staat er al een lange rij. In juli en augustus schijn je hier zelfs om 2 uur 's nachts op te moeten als je de 1e bus wilt halen (tip voor Johanna!). Gelukkig kunnen we een half uur later op pad. Omdat de autobrug over de wilde Rio Urubamba is ingestort, staat aan de overkant van de rivier een bus klaar voor het 2e deel. Aan herstel wordt wel gewerkt, maar dat kan nog even duren.
Machu Picchu staat volgens TripAdvisor op 1 in de Top 25 landmarks in the World. Indrukwekkend is de busrit ernaartoe al. Door de jungle rijden we de steile weg vol haarspeldbochten 400 meter omhoog, langs duizelingwekkende afgronden en bijna loodrechte bergtoppen aan de overkant van het dal. De buschauffeurs hier zijn echte helden van de Andes.
Officieel laten de autoriteiten maar 400.000 bezoekers per jaar toe. Onofficieel zijn het er een stuk meer. Zo verkopen ze soms kaartjes met een latere datum. Als we op ruim 2.300 meter aankomen, blijken we gisteravond wel voor 24 dollar buskaartjes te hebben gekocht, maar de toegangskaartjes vergeten te zijn. Die koop je beneden en hier dus niet. Gelukkig wil de aardige jongen wel per fax een verzoek naar het dal sturen en zo komt het toch nog goed.
De Verloren Stad van de Inca's werd vanaf 1420 gebouwd en rond 1520 op mysterieuze wijze verlaten. Pas in 1911 ontdekte de Amerikaan Bingham het grote terrassengebied met landbouwgronden, huizen, tempels, paleizen en heilige rotsen.
Aan de westkant lopen we het pad naar Intipunku op 2.720 meter. De Inca trail komt bij deze zonnepoort Machu Picchu in. Daar staan we dan om half 9 's ochtends, in de ijle berglucht op een duizelingwekkende top met ongeëvenaard uitzicht op Machu Picchu. Soms is de stad opeens gehuld in wolken die net onder de bergtoppen voorbij trekken. Stad in de Wolken heet het dus ook niet voor niets. De top bereiken verbroedert. Iedereen is enthousiast en maakt foto’s voor elkaar. Zo doen wij dat voor een Australisch gezin. Terug in het dal komen we ze weer tegen en nu wil de vrouw graag op de foto met Fen. Zij heeft namelijk dezelfde schoenen en haar vriendin ook. 4 Salomon-bergschoenen voor de verloren stad: haar vriendin zal zich thuis een hoedje lachen.
Na deze gekkigheid lopen we het pad naar de Inca Bridge. Bij het laatste deel moeten we ons registreren. Volgens de oude man in het hokje is er geen reden voor hoogtevrees. Maar na 10 minuten is het pad nog slechts 40 cm breed, met een steile rots links en een muurtje van 1 steenhoogte naast de afgrond rechts. Dat is voor iemand met hoogtevrees echt een brug te ver. JW is een held: hij gaat namelijk zonder morren met Fen mee terug. Zo kunnen wij 10 minuten later op het formulier melden dat we levend en wel zijn teruggekeerd.
Kom, we gaan de stad in, zegt JW bij de hoofdpoort naar de oude stad. Naarmate we langer rondlopen raken we steeds meer onder de indruk van de ingenieuze, solide bouwwerken. Ook de veelkleurige lama's hebben een functie: dankzij hen blijven de terrassen keurig gekortwiekt. Een Peruaanse jongen leidt zijn grootvader van 93 behoedzaam over de steile treden. Op je 93e voor de 1e keer naar Machu Picchu, wauw!
Terug in het dorp zijn we moe van de overweldigende indruk die Machu Picchu maakte. Op een terras genieten we na. In ons hotel kijkt JW nog voetbalcommentaren, als Fen al in dromenland is.
Zaterdagochtend worden we wakker van het donderende geluid van de Rio Urubamba naast ons hotel. Boven ons zien we de gigantische rotsen die in bijna 90 graden omhoog reiken.
Onze Franse hoteleigenaar kwam hier 4 jaar geleden voor een wereldreis. Hij was 37, alleen, baalde van zijn werk in Le Havre als IT'er, verkocht zijn huis en nu zit hij hier met zijn hoogzwangere, Peruaanse vrouw. Typisch geval van Ik vertrek dus (Je m'en vais).
Vanochtend slenteren we door het dorpje, overdenken samen onze reiservaringen en doden de tijd op een terrasje naast de souvenirmarkt. Om half 4 vertrekt onze trein terug naar Cusco. De tafels in onze coupé zijn al gedekt en opgeleukt met Peruaanse tafelkleedjes. Tegenover ons aan tafel zit een Peruaanse moeder met haar zoon van 45 die onophoudelijk op zijn nagels bijt.
Maar verder hebben wij geen klachten over de rit van ruim 3,5 uur door onherbergzaam Peru met heerlijk eten, drinken, dansende serveersters, een heuse modeshow en allemaal blije mensen. Ik word wel gek van die panfluit zo langzamerhand, zucht JW, na 2 dagen dezelfde muziek in elke uitspanning, bus en trein. Op het treinstation zat vanmiddag zelfs iemand live te spelen. De vertolking van Frank Sinatra’s My Way was ook nog eens vreselijk vals.
Ons hotel El Balcon in Cusco ligt vlakbij het centrale plein. De straatjes zijn hier steil en met een hoogte van 3.300 meter is het hier bij elke inspanning happen naar lucht. Eerst maar eens acclimatiseren dus. Vanavond verkennen we het plein met imposante kerken en eten een hapje op de hoek. Morgen meer!
Trackback van jouw site.
Mireille
| #
Wow wat een mooie verhalen weer. Wat maken jullie veel mooie dingen mee zeg. Kunnen jullie het allemaal nog verwerken? En Fen wat schrijf je toch altijd gezellig.
Geniet nog lekker samen.
Reply
Boukje
| #
Leuk dat jullie zo enthousiast zijn over Machu Picchu. Waren wij ook indertijd (14 jaar geleden)! En wat heb je toch een mooie schrijfstijl!! Het is elke keer weer genieten! Kijk uit naar het volgende verhaal! Kus voor twee
Reply
Ceciel
| #
Het is steeds een beetje vakantie als ik jullie reisverhalen lees. Prachtig verhaal weer over Machu Picchu. Fijn dat jullie zo genieten. Veel liefs Ceciel
Reply