Dag 28 & 29: Lima & last train to Machu Picchu

Het busje komt zo, zegt het aardige meisje van ons hotel als we ontbeten hebben. Gisteravond regelde ze last minute voor ons nog een City Tour door Lima en de minibus haalt ons voor de deur op. Een rondrit van 4 uur biedt maar een sneak preview van Peru's hoofdstad. De 1e stop is de Inca-rotonde vlakbij ons hotel. Lima heeft ook een Europese buurt: daar staan dure huizen met schoorstenen, die hier vanwege de temperaturen eigenlijk helemaal niet nodig zijn. Onze gids legt uit dat veel Europeanen na de oorlog naar Zuid-Amerika kwamen. Dat klinkt ons bekend in de oren.

Traffic is also included in our tour, grapt de gids als we in de file terechtkomen. Via de ambassadewijk en de gigantische ambtswoning van de Amerikaanse ambassadeur komen we in het oude centrum. Het Museum of the Central Reserve Bank of Peru zit in een oud bankgebouw. We bewonderen er de archeologische potterie, gouden sea lions, sieraden, houten voorwerpen en textiel. Het is wel een beetje saai gepresenteerd, Lies. Bovendien zijn de verklarende teksten alleen in het Spaans en daar spreekt weinig ambitie uit (toch).

Achter onze gids met witte hoed en oranje vlag aan wandelen we naar het Plaza Mayor met koloniale gebouwen en grote kathedraal. Vroeger werden hier de hoofden van opstandelingen tentoongesteld en brandstapels aangestoken. Nu zien we kneuterige paardenkoetsen, Kersttafereeltjes en sfeerverhogende blauwe en okergele panden. People wanted to imitate the sun, lacht onze gids, because there is never enough sunshine!

De politie heeft het midden van het plein afgezet, maar verdachte situaties bespeuren we niet. Iets verderop ligt de oude kerk en begraafplaats Monasterio de San Francisco, die op de UNESCO-lijst van cultureel erfgoed staat. Op de binnenplaats zien we Franciscaner mozaïeken uit 1620, reliëfplafonds van cederhout en een romantische tuin. In de kelders liggen de zorgvuldig gerangschikte beenderen van zo'n 70.000 epidemie-slachtoffers uit Lima. De botten, de grotten… Helaas, een foto maken mag er niet. Intussen proberen vrouwen in klederdracht ons cocabladeren en fruit te verkopen. Een foto maken mag, maar dat kost 1 soles (30 cent).

De bus zet ons af bij de toeristische Inca Market. We lunchen en vinden een postkantoor, waar we alleen via een kaboutergat in het beveiligingshek naar binnen kunnen. De postbeambte is in extase van onze ansichtkaarten van de Galapagos. Ze bekijkt ze 1 voor 1 en is verbijsterd als we bevestigen dat de blauwe voeten van de Blue foot booby echt zo blauw zijn.

We lopen terug naar Miraflores via het strand van Lima. Een steil pad leidt ons langs de plaatselijke tennisbanen en over de rotsen naar zee. Architectonisch opzienbarend is het hier niet. Via metalen loopbruggen over de drukke weg kom je bij het strand, waar het uitzicht matig is door smog. De enige accommodaties voor strandgasten zijn oranje dixies. Maar geweldig surfen kun je er wel.

De hele dag slenteren en 300 steile treden omhoog blijkt wel wat veel met manke voeten. Maar morgen hebben we meer rust: dan reizen we naar Machu Picchu!

Donderdag zijn we ruim op tijd op Aeropuerto Jorge Chavez in Lima voor onze vlucht naar Cusco. We boekten een hotel voor 2 nachten in Aguas Calientes vlakbij Machu Picchu, de grootste bewaard gebleven Inca-stad ter wereld.

Vanaf Cusco hebben we wel een strakke planning: we moeten met de bus naar het centrum, met een 2e bus naar Ollantaytambo (ruim 2 uur rijden) en met de trein naar Aguas Calientes (1,5 uur). De trein blijkt de enige optie om in dit bergdorpje uit te komen.

Bij de gate boeken we de bijna-laatste treintickets voor de trein van 7 uur, mooi! Maar dan heeft onze vlucht vertraging. Cusco ligt op 3.400 meter en het regent er. Landen in de Andes met regen: dat kunnen de kleine vliegtuigjes van LCPeru niet aan. Als de vlucht gecanceld lijkt te worden en de stewardessen naar huis vertrekken, zeggen we onze treinreis af en sturen het hotel een bericht. Maar het weer in de bergen kan ook snel weer veranderen: 1,5 uur later mogen we alsnog aan boord. JW regelt snel nieuwe treinkaartjes bij het meisje van de reisbalie en als laatste gaan we het vliegtuig in. Het ken net!

Stand clear of hazard areas while engine is runnig, lezen we op 10.000 meter hoogte op de vleugel van ons toestel. Schattig, een spelfout in de instructies voor het onderhoudspersoneel. Als er in de Spaanse tekst maar niet te veel fouten zitten. Een uur later, vliegend boven Cusco, meldt de gezagvoerder dat we nog niet kunnen landen. Onze planning wordt steeds strakker.

Eenmaal op de grond besluiten we een taxi te nemen naar Ollantaytambo. De man bij de taxibalie loopt zelf met ons mee naar een wagen, maakt ruzie met de bestuurder en rijdt ons uiteindelijk zelf. Hij blijkt het manusje van alles en de zetbaas die uitbesteedt: iets verderop zet hij ons alsnog in een andere – volgens hem authorised – taxi.

Daarmee racen we door de Andes, met prachtige vergezichten en idyllische gehuchtjes. Om kwart voor 7 zijn we bij het treinstation in Ollantaytambo. Dos minutos lopen is het, in het donker langs kraampjes waaromheen locals samenklonteren. Precies op tijd stappen we in het gezellige boemeltje van Perurail. Tijdens de rit krijgen we Peruaanse koek en zopie – thee met cocabladeren – en genieten van muziek uit mobieltjes van toeristen uit de hele wereld.

Om half 9 komen we aan op het kneuterige perron van Aguas Calientes. Gelukkig heeft ons hotel de kamer nog niet weggegeven. Op 1 van de terrasjes langs het spoor – de trein loopt hier midden door het dorpje – eten we een voedzame pasta. Morgen gaan we met de 1e bus naar het natuurwonder Machu Picchu!

Trackback van jouw site.

Reacties (1)

  • Boukje

    |

    Heel bekende beelden, wat goed dat jullie steeds bus, trein of vliegtuig halen. Ga nu naar het volgende verslag.

    Reply

Laat een reactie achter

Blijf op de hoogte

Vul hier je naam en e-mailadres in.
Je krijgt dan een mailtje als we nieuws hebben!

Loading