Dag 10, 11 & 12: door de Andes naar de kust
We zitten nu op 93 cent, zegt JW zaterdagochtend in de taxi als we bijna bij de busterminal zijn. Innig namen we vanochtend afscheid van de mensen in ons hotel in Cuenca. Kleinschalig, hippe inrichting, midden in het historische centrum, met een geweldige service en een lieve Equadoriaanse die het ontbijt én onze kamer verzorgde. In die 5 nachten waren we bijna de enige gasten.
Bij de busterminal kopen we een kaartje naar Guayaquil. Achter de detectiepoortjes staat een rits moderne, felgekleurde bussen klaar. Als we bus 28 instappen, komt een blinde met zijn radio achter ons aan. Met de muziek op 10 schalt hij luidkeels en behoorlijk vals mee. Zodra hij de bedankjes in ontvangst heeft genomen vertrekt hij naar de volgende bus.
Eenmaal onderweg doemen de bergen weer op. De bus stopt af en toe voor in- en uitlaten. Op een verlaten weg stopt hij weer, maar nu voorgoed: de V-snaar blijkt kapot. Althans, uit de klep aan de achterkant van de bus hangt een meterslange zwarte slang die daar eerst niet hing. Daar staan we dan, motorpech in de Andes.
Terwijl de buschauffeur geleerd naar het euvel kijkt, raken wij aan de praat met een Equadoriaanse die toerisme studeert. Zij is met 4 studievriendinnen en als wij over onze reisplannen vertellen, is ze dolenthousiast. Net als Fen denkt, hè leuk, mijn nieuwe vriendinnen, stappen ze over in de bus naar Cajas. Zo worden alle drenkelingen opgepikt van de lonely roads in Zuid-Amerika. Ook voor ons komt er na een uur een bus. Een bazige vrouw gaat direct op onze fijne, vaste plek zitten – terwijl wij buiten onze bagage veilig stellen – en zij wil niet gaan verzitten. Go with the flow, zegt JW weer. Helemaal achterin is nog wel plek bij het toilet met automatische deur die niet meer dicht kan.
Onze nieuwe bus rijdt als een zonnetje, al horen we wel elke 5 seconden een stevig pufgeluid uit het raam. Maar daar lijkt verder niemand aanstoot aan te nemen. Op 3.100 meter hoogte rijden we Cajas National Park in en stijgen langs meertjes, veen en grasland door tot een col op 4.200 meter. De boomgrens ligt hier op 3.500 meter, de sneeuwgrens zelfs op 5.000 meter.
Langs duizelingwekkende afgronden dalen we weer af. Indrukwekkend om door een bijna buitenaards landschap te rijden: we dalen af, maar blijven toch hoog, op de top van de wereld! Uiteindelijk zakken we de mist in en zitten dan opeens in een tropisch regenwoud. In het dal zien we weer de 1e kleine dorpjes met bedrijvigheid en daartussen een uitgestrekt gebied met bananenbomen en akkerland.
Guayaquil heeft een heuse skyline: het is de grootste stad van Equador. Als we in de busterminal een balie zoeken, gaat een klein mannetje ons voor. Met onze gekochte tickets begeleidt hij ons verder naar Nivel 2. Daar levert hij ons af bij de bus en neemt zijn gratificatie dankbaar in ontvangst. Met een Equadoriaanse hotdog en nieuwe energie stappen we in bus 3, tot de chauffeur vertelt dat hij slechts tot Santa Elena rijdt. Wij moeten in Salinas zijn. Wat een gedoe!
Onderweg genieten we met zo'n 50 locals van de film Senky Penky Part 1. Regelmatig laat de chauffeur vrienden instappen die met snoepgoed, fruit en plateaus vol hartige appelflappen door de bus gaan. Als ze iedereen bediend hebben stappen ze weer uit en nemen de bus terug.
Fen heeft vandaag behoorlijke stappen gemaakt in het proces Go with the flow, aldus JW: een kapotte bus, een uur wachten in de bergen met onzekere afloop, mensen die op je plek gaan zitten, naar het toilet op een hobbelige slingerweg, lawaaierige locals en speelfilm onderweg, een lege fotocamera en na bus 3 zijn we er nog niet. Gelukkig staat in Santa Elena een rij uitnodigende, gele taxietjes klaar. We zitten nu op 1 dollar 20, zegt JW vlak voordat we in Salinas zijn. Hotel Casablanca ligt tegenover het strand aan de Baya Santa Elena. Vanaf onze kamer op de 3e etage zou je zo in het kleine zwembadje van het hotel kunnen springen.
No diggitty, horen we op het strand als we nog even gaan verkennen. Op een podium omgeven door enthousiaste mensen tonen plaatselijke jongeren hun danskunsten. Daar lopen we dan weer, op een Equadoriaans strand, met opzwepende muziek, kleurrijke mensen en lichtjes die weerspiegelen in de baai! Ristorante El Dorado is niet meer dan een witte muur met daarop de menukaart, een luifel, een stel houten tafels, barbecue op straat en 6 grote schalen bbq-stokken. Maar de warme banaan met kaas smaakt heerlijk na een avontuurlijke en lange reisdag.
Zondagochtend is het bewolkt aan de Pacific Ocean. Maar zodra we vanaf ons balkon de zon tevoorschijn zien komen, haasten we ons naar het strand. Onze strandstoelen kosten 5 dollar. Best veel in dit land, maar we hebben geen zin in gedoe. Als JW een biljet van 10 dollar geeft, verdwijnt de man om te wisselen. Uren later is hij nog niet terug. Een paar stoelen verderop zit een vrouw die ook stoelen verhuurt.
Hoeveel kosten deze 2 stoelen en waarom krijgen wij ons geld niet terug? Wij hebben 10 dollar betaald en de verhuurder is spoorloos. Moeten wij er iemand bijhalen?, typt Fen op haar app. De vrouw giechelt ongemakkelijk en weet haar collega snel te vinden. Hij zit 20 meter verderop en weet niet hoe snel hij ons met grote glimlach het geld moet terugbetalen.
Behalve dit akkefietje hebben we een heerlijke en relaxte dag. Wel heb je continu aanspraak op het strand van Salinas. Prullaria, kleding, hoeden, cocktails, fruit, ijs, bier, yoghurt en limonade, alles kun je hier vanuit je luie strandstoel aanschaffen.
Vanavond eten we pizza op de boulevard. In Noord-Amerika wisten we precies hoe alles werkte en wat we konden verwachten. De sfeer is hier zo anders, we weten veel minder van de gewoontes, mensen hebben hier minder, maar ze zijn ook warm en over het algemeen meer geïnteresseerd. We hebben weer een echt vakantiegevoel!
Vandaag gaan we eens wat assertiever doen op het strand, zegt JW maandagochtend als we aan een scrambled egg zitten op het terras van ons hotel. De kwestie van de (te) dure strandstoelen zit hem niet lekker. Na 12 weken reizen gaan wij ons langzamerhand om hele andere zaken druk maken.
Ik wil wel 2 stoelen met zo’n partytent, zegt Fen als we het strand oplopen, 50 meter van de plek waar we gisteren zaten. Een enthousiaste stoelverhuurder komt al op ons afrennen. Quanta costa?, vragen we, wijzend op een vrolijke paarse partytent. 10 dollares, zegt de man. No no no, zegt Fen. Als hij gezakt is tot 5 dollar voor 4 stoelen en een tent, vinden wij het goed. Ook in Equador moet je dus gewoon afdingen. De prijzen liggen hier voor alles een stuk lager en toeristen 2 of 3 keer zo veel laten betalen als de locals is toch de boel belazeren.
Onze dag kan daarna niet meer stuk met een wolkeloze hemel, helderblauwe zee en Pacific-briesje. 2 dagen zonnen aan de kust deed ons echt goed. Het idee dat we alles kunnen zien van elk land dat we doorkruisen hebben we wel losgelaten. JW is zelfs blij dat hij voor vertrek nog even de was kon laten doen om de hoek. De opdracht niet alles in de droger ging niet helemaal goed, maar als je een beetje meewaait met de flow….
Morgen nemen we de bus terug naar Guayaquil. Overmorgen vliegen we vandaaruit naar de Galapagoseilanden voor een 8-daagse boottocht door een unieke dierenwereld. Bolivia kampt met de ergste droogte sinds 25 jaar, lezen we net. Benieuwd of dat invloed heeft op de rest van onze reis!
Trackback van jouw site.
Boukje
| #
Fantastisch
Reply
smal
| #
Kijken uit naar je verslag van de bootreis.
Reply