Dag 64, 65 & 66: Montana, water & water tot Washington

Zaten we toch weer tussen de indianen de afgelopen dagen. Missoula betekent in indianentaal bij het koude, afschrikwekkende water. Gelukkig konden we in het Hilton in de hot pool zitten.

Na 2 dagen in de laagste versnelling willen we vandaag naar het Waterton-Glacier National Park dat in de VS én Canada ligt. Van de 150 gletsjers zijn er door de opwarming van de aarde nog maar zo'n 25 over. Bergen, wouden en diepblauwe meren zijn er nog wel volop in dit deel van de Rockies.

176 km rechtdoor over Highway 93 North is leuk, want je vindt er pittoreske plekken als Pablo, Flathead Lake, Hungry Horse en Whitefish. Ook de steile Going-To-The-Sun Road dwars door het park moet scenic zijn (het is one of the world's most spectacular highways). Maar het is bewolkt en als het ook nog gaat regenen zien we de hele route weer alleen maar (bijna) 50 tinten grijs.

I'm in a Happy State, lezen we op mokken en shirts in een verlaten giftshop. De Food Market timmert net de ramen dicht en ook het Visitor Center is closed for the season. Glacier Park is alleen van juni tot september 100% open, horen we van de man van dienst in het Park Headquarters. Hij heeft een indrukwekkende krulsnor die meepraat. Ook de scenic route naar de zon is grotendeels afgesloten, vervolgt de snor.

Bij Lake McDonald zien we een glimp van een witte bergwand. Langs McDonald River en zijn watervallen rijden we omhoog tot de wegversperring bij Avalanche Creek. Daar lopen we de lichte Trail of the Cedars. Vanuit dit dichte bos kun je nog dieper de jungle in. Maar de borden waarschuwen ons dat berenspray verplicht is. Bovendien wordt het stormachtig. Als verstandige globetrotters verlaten we dit spooky park, licht teleurgesteld over alle mooie landschappen die we missen. Aan de andere (onbereikbare) kant van de bergen valt overigens maar weinig regen, lezen we: de warme, droge wind, de chinook, bepaalt de flora daar.

Terug naar de kust willen we, voor beter weer! Over Highway 2 rijden we naar het westen. In Montana is het landschap heuvelachtig, met cattle en weilanden. De eindeloze hemel erboven noemen ze hier de Big Sky. De mensen zijn streng gelovig: langs de weg zien we levensgrote kruizen en reclameborden met het dwingende woord van god.

Om half 8 stoppen we in Libby. Waarschijnlijk zijn wij hier de enige toeristen. In ons motel en de supermarkt zijn de mensen spontaan en geïnteresseerd. Raar vinden ze het wel: wat heb je nou te zoeken in Libby?

Vrijdag ontbijten we in het gezellige café The Last Straw. Wel oppassen voor de houten planken die over de hele breedte van het café omhoog zijn gekomen. Gelukkig voorkomen de oranje paaltjes mogelijke ongelukken. Morgen gaat het café dicht voor een hoogstnoodzakelijke renovatie.

Transport of invasive species in Montana is strictly forbidden, waarschuwen de verkeersborden. Maar wij blijken al 8 dagen met een stuk lava uit Craters of the Moon rond te rijden. JW heeft het als geluksamulet in het zwarte bakje achter de pook gelegd.

Op advies van een local beginnen we onze trip bij de Swinging Bridge. Het lijkt hier wel een beetje op het spoor Baarn-Soest, zegt JW als we een spoorlijntje oversteken. De brug hangt alleen aan 2 stevige lijnen en verbindt beide kanten van de lokale canyon. Oversteken is erg leuk als je geen hoogtevrees hebt. Je kunt beter een Kadett kopen in NL, grapt JW als we midden op de brug staan te schommelen. Fen heeft namelijk last van hoogtevrees en haar gedrag op de brug past niet bij een Audi-rijder, vindt JW.

Ook de Kootenai Falls vlakbij zijn spannend. De kracht van water kan overrompelend zijn. We rijden verder over Highway 2, langs Bonners Ferry, Naples en Stillwater River (contradictio in terminis). We zijn terug in Idaho. Intussen zingt Daniël Lohues melancholieke liedjes: Waor gaon we naortoe?  En: Is dit vrijheid …. of ben ik op de vlucht? (Op de loop).

Bij Coeur d'Alene, een mondaine stad met prachtig meer, gaat de klok terug naar 9 uur verschil (Pacific Time). Maar als morgen de wintertijd in Nederland ingaat, wordt het toch weer 8 uur verschil. Je moet hier continu alert blijven als je niet wilt vervreemden van vrienden en familie.

Morgen hebben we hier een (oranje) feestje. Na wekenlange voorbereidingen staat het land inmiddels vol pompoenen. Wij zijn ook helemaal klaar voor Halloween. Het is weer eens wat anders dan Sneeuwbal of Lowlands. Bij Spokane zijn we terug in de staat Washington. In ons hippe hotel Ruby 2 concluderen we dat we alleen nog water in de Pacific Ocean willen zien!

Zaterdag haasten wij ons na ontbijt in ons hotel naar het centrum van de stad. In Spokane lopen de watervallen namelijk door het centrum. Er blijkt zelfs een eitjeskabelbaan te zijn, maar die is om 10 uur nog niet open. Zo lopen wij zelf een rondje over maar liefst 4 bruggen met steeds een ander zicht op de enorme watermassa die door Washington's 2e stad loopt. Dit waterrondje past wel bij het record dat wij hier beleven: nog nooit viel er in Noord-West Amerika zo veel regen in oktober!

Over de 395 North rijden we naar Kettle Falls. Zelfs met navigatie kun je verkeerd rijden. Omdat we Main Street intypten (je moet toch wat), komen we daarna niet terecht op de geplande 20 West, maar op het meest noordelijke landweggetje in Amerika. Razendsnel stijgen we van 500m tot een pas op 1.400m en weer terug. Via Barstow komen we bij Curlew, 5 mijl van de grens met Midway in Canada en ook vlakbij Osoyoos waar we 3 weken geleden met onze camper stonden. Nu snappen we waarom we een Border Patrol in de berm zien. Je bent ook direct verdacht als je op deze godverlaten plek rijdt. Op een vervallen schuur hangt een aankondiging voor een event. Marketing in niemandsland, dat zet zoden aan de dijk.

Bij Tonasket zijn we weer terug op onze geplande route richting kust. De mensen wonen hier niet in huizen van beton, maar van hout, dat altijd aan onderhoud toe is. Of in een oude (sta)caravan, naast 1 of meer half ingestorte schuurtjes, allerhande al lang afgeschreven witgoed, roestige oldtimers, tractoren, pick-up trucks en restafval. Landschappelijk gezien eeuwig zonde, maar het heeft ook wel wat.

Bij Omak op de 97 South slaan we af naar Okanagan en Winthrop. In dit westernstadje vinden we een hotel. Rio Vista heeft een houten veranda en ligt aan de rivier. We checken in onder het toeziend oog van een adelaar op zoek naar vis. Alleen de klapdeurtjes ontbreken, maar een deur met slot is ook wel zo prettig.

Eten doen we in de Old Schoolhouse Brewery tussen de locals en met live muziek van Larry uit Seattle. Als we binnenkomen speelt hij Walking in Memphis, ons favoriete nummer 1,5 jaar geleden. Met Heart of gold doorkruisten we Death Valley in 2011 en Free falling deden we in een helikopter boven de Grand Canyon. Of Larry telepathische gaven heeft weten we niet, maar bevoorrecht zijn we…

Naast ons zit de hippe, jonge eigenaar van de kroeg met family & friends. Nederlandse woorden kent hij ook: hij begon zijn carrière namelijk in Tilburg. Zijn zoontje van 2 maanden ligt lekker te slapen in de armen van zijn moeder. Ter voorkoming van gehoorschade wel met levensgrote koptelefoon op. Zo schattig! Het was een prachtdag…

 

Trackback van jouw site.

Laat een reactie achter

Blijf op de hoogte

Vul hier je naam en e-mailadres in.
Je krijgt dan een mailtje als we nieuws hebben!

Loading