Dag 27 & 28: pas op de borden

Als de wekker om half 7 gaat droomt Fen nog van wandelingen door de baai van Seattle (eergisteren) en Vancouver (gisteren) en de heerlijke lunch met salmon salad in het chique Tea House in Stanley Park. Maar we moeten door…

Om 8 uur worden we bij ons hotel opgehaald door een shuttle busje van Fraserway. Van een Nederlands stel, dat al jaren in campers door Amerika reist, krijgen we wat basistips en zo gaat de rit snel. Een camper ophalen blijkt wel behoorlijk tijdrovend. In shifts krijgen we uitleg over de wagen, moeten we papierwerk invullen en beiden een fiets met helm uitzoeken. Een camper blijkt bijzonder veel binnen- en buitenvakjes, slangen en vloeistoftanks te hebben met aparte gebruiksaanwijzingen en zo zijn wij zo maar 2 uur zoet. Onze camper is maar liefst 8 meter lang en weegt 6.500 kilo. Je kunt de zijkant breder maken (als je stilstaat) en we hebben zelfs een zonnescherm met sfeerlichtjes. Hoe alle aggregaten, tanks en apparaten werken, daar zijn we nog niet helemaal uit, maar dat komt vast goed als we eenmaal op pad zijn.

Zodra we de terreinen van Fraserway afrijden vliegen de deuren van de servieskast al open. Pas op de borden, roept Fen. We hebben wel een handige binnendoorgang, zodat de bijrijder onderweg de rondvliegende spullen in de kastjes kan terug stoppen. Wel een gek idee dat je onderweg gewoon je huis bij je hebt en we dus 18 dagen onze spullen alleen rijklaar moeten maken.

Vanuit Vancouver rijden we noordelijk naar Whistler Mountain langs baaien, bergen, meren en eilandjes. Bij Squamish slaan we eten in en genieten van de zon! Om half 4 zijn we in Whistler. Als we ons bakbeest in het centrum van dit Olympisch dorp parkeren op een ietwat krappe plek, krijgen we mot met de buurvrouw die net in haar auto wil stappen. Tot 2 keer toe moeten we de wagen uitparkeren, zodat de nerveuze Canadese kan wegrijden. Een oude man die de discussie had gade geslagen weet ons te vertellen dat vlakbij een speciale RV-parking is. Het is nog even wennen, onze 1e keer met camper op stap.

Riverside Resort ligt aan een klein riviertje tegen de bergen aan. We boeken een plek voor 2 nachten. Als we ons naast onze camper gesetteld hebben, krijgen we gezelschap van een teckel met achterwieltjes. Zijn baasje legt uit dat hij na een mislukte hernia operatie met dit hulpmiddel van de thuiswinkel weer een volwaardig hondenleven kan leiden. We missen Saartje!!

De borrel besteden we aan het doornemen van het grote RV-boek. Zo leren wij dat je voetgangers ook zonder zebrapad voorrang moet verlenen en wat je moet doen als je wordt aangehouden door de Canadian Police. Dus niet alvast uitstappen voordat de beambte bij je auto staat, of in je dashboardkastje zoeken naar je papieren. Maar wel je handen op het stuur, zodat er geen misverstand kan bestaan over je goede bedoelingen. Ook blijken wij inmiddels al 1 zware overtreding te hebben begaan: niet stoppen voor een schoolbus is namelijk een serious offence.

Onze Zwitserse buurman (wij zijn alleen gescheiden door een paar bomen) helpt ons met het aansluiten van de elektriciteit. Jut en Jul gaan op stap! Aangezien onze berenspray op het vliegveld van Anchorage is ingenomen, moeten wij ons hier opnieuw wapenen tegen de soort. Do you have beer spray, vraagt JW bij de receptie. Helaas, spray tegen bier of beren hebben ze hier niet. Maar een berenbel verkopen ze wel. Zo lopen we 's avonds met berenbel naar de wasruimte. In het pikkedonker is het nog wel lastig onze RV terug te vinden. Voor het eerst deze reis kookten we zelf. Nou ja, aan sla met een kant-en-klare pasta kun je nog geen buil vallen, de 1e avond in een camperkeukentje. JW ligt inmiddels al op 1 oor in de achterhoek. Wel oppassen dat we morgenochtend ons hoofd niet stoten tegen de handzame kastjes boven het bed.

Woensdag schijnt de zon als we naar buiten kijken. Om het hoekje zien we Whistler Mountain! Met onze gekochte muntjes kunnen we 6 minuten douchen bij de lodge, maar dat is geen probleem voor happy campers zoals wij. Ook de fietsen krijgt JW moeiteloos van het rek achterop en zo gaan we op pad voor een tour langs 4 meren rond Whistler. De berenbel zit veilig in de rugzak.

Green Lake ligt noordelijk en is een kippeneindje. Een watervliegtuigje stijgt net op uit het heldere water voor een gletsjertour. De weidsheid en rust zijn indrukwekkend! Bij Alta Lake stoppen we in een park aan het water. Op het groene gras genieten we van de besneeuwde bergtoppen en de strakblauwe lucht. Ook het kleinere Nita Lake en Alpha Lake, met daaromheen luxe lodges, villa's en een golfbaan, fietsen we nog rond. Ons tempo is inmiddels behoorlijk gezakt. Stijgen, dalen en vals plat blijken een behoorlijke uitdaging.

Terug in Whistler Village verdienen we wel een wijntje met Italiaanse antipasti. De rest van onze reis gaan we deze sfeer niet meer zien waarschijnlijk, merkt JW op. Whistler, met zijn Olympische verleden en exclusieve lodges, bars en winkels, is vooral een plek voor goed gefortuneerde Canadezen uit Vancouver en omgeving. En voor toeristen met camper natuurlijk. Na nog wat shoppen zijn we blij dat we zelf ons potje kunnen koken en genieten van de rust en ruimte hier. Morgen trekken we verder naar het noordoosten!

Trackback van jouw site.

Reacties (2)

  • Herman

    |

    Wow. Wat een mooie reis. Heel veel plezier nog!

    Reply

  • Simone

    |

    Love het roze rugzakje van JW!

    Reply

Laat een reactie achter

Blijf op de hoogte

Vul hier je naam en e-mailadres in.
Je krijgt dan een mailtje als we nieuws hebben!

Loading