Dag 11 & 12: van Whitehorse naar Skagway & Haines
In het Family Hotel in Whitehorse kun je heerlijk uitslapen. De klok van het kamermeisje staat wel een uur later hier in Canada. There's no rush, zegt ze terwijl ze alvast ons beddengoed en de handdoeken meegrist. Gelukkig heeft JW ook een handdoek bij zich.
Whitehorse blijkt toch best een leuk centrum te hebben. Gisteren bij aankomst leek het een mistroostige industriestad, die draait om de wegenbouw. In Main Street shoppen en ontbijten we. Als Fen multifunctionele schoenen past, staat de jonge verkoopster ons in het Nederlands te woord. Ze blijkt geboren in Greuniengen. Ook in Canada hebben veel inwoners iets met Nederland. In elk geval hoeven we Europe er meestal niet bij te zeggen als mensen vragen waar we vandaan komen.
De route naar Skagway in het zuiden stond ook op Fens wensenlijstje. Inderdaad blijkt die scenic, met onovertroffen uitzicht op bergtoppen, gletsjers, meren en rotsen. Bij een prachtig meer maken de Amerikaansen Judy en Mary een foto van ons. Zij kennen elkaar al meer dan 30 jaar. Bij de volgende scenic stop zien we ze weer.
Halverwege de Klondike Highway en White Pass rijden we vanaf British Columbia Amerika weer in. Bij de Customs is het rustig. When…, where…, what…, vuurt de verveelde douanier zijn standaardvragen op ons af. No firearms, sir. Ook wil hij weten of we fruit bij ons hebben. JW laat hem de 2 overrijpe bananen in Fens tas zien. Drinks? Two Buds in the trunk, sir. We mogen weer door! Tot nu toe hadden we geluk. Meestal staat de pet van de douaniers goed en uitruimacties zijn dus nog niet nodig.
In Skagway rijden we eerst naar het Ferry Station en kopen tickets voor de overtocht naar Haines morgen. Het stadje is op toeristen ingesteld en dat zie je aan de vele souvenirshops waar rijke toeristen van de vele cruiseships die hier aanmeren zich tegoed doen aan sieraden, bontjassen, kleding met beren en mooses, en andere prullaria. De slogan Last frontier voor Alaska zie je ook overal. Skagway is net als Dawson City een rijksmonument: alle gebouwen en winkels zijn gerestaureerd in oude stijl en dat doet het goed bij toeristen.
In de donkere kroeg Red Onion drinken we een pint met Naughty Nelly Nachos en we blijven hangen voor een pizza. Net als in Tombstone in New Mexico in 2015 worden wij bediend door dames wier wespentailles en boobies op fascinerende wijze contrasteren: dat is goed voor de baromzet. Als we inchecken in ons hotel Sergeant Preston Lodge blijken Mary en Judy er ook te logeren. We komen ze namelijk weer tegen in de hoofdstraat.
Maandag is het Labor Day, de dag van de arbeid in Amerika en Canada. Het 1e weekend in september wordt gezien als het onofficiële einde van het zomerseizoen. We slapen dus lekker uit. Dat komt goed uit want vandaag is het voor het eerst inderdaad regenachtig. Het postkantoor blijkt dicht en we ontbijten op een binnenplaatsje in de stad met een cappuccino en Cinnamon Roll, vers gebakken door de vrouw van de eigenaar. Ook hier smaken ze goed, Satish!
Onze boot naar Haines vertrekt pas om 5 uur vanmiddag en we doden de tijd met een hike naar Lower Lake. Dat blijkt een pittige klim (dat zie je meestal pas als je dezelfde route weer afdaalt) maar daarvoor krijgen we een spectaculair uitzicht op de haven met boten en een sereen meer. Als we om 3 uur terug zijn slenteren we nog eens langs shops en toeristen en schepen daarna in op de veerboot naar Haines. De afstand per boot is maar 20 km. Dezelfde route per auto, om de fjorden heen, is bijna 600 km.
Als we net goed en wel in de warme ligstoelen op het solariumdek liggen, zien we Judy en Mary weer langslopen. Zij varen in 3 dagen naar Bellingham. Wij nemen later dezelfde boot, maar pas vanuit Juneau. Judy is net met pensioen, blijkt al 77, maar ziet eruit als 60. Ze neemt ons mee naar hun cabin met booz voorraad (op de boot wordt geen alcohol verkocht!). JW mag een speciaal biertje uitzoeken uit haar koelboxje, Fen krijgt een glas van de fles wijn uit 2002 die ze had meegenomen voor een special occasion. Op het upperdeck borrelen we met de dames tot de speaker aankondigt dat we in Haines zijn. Misschien zoeken we Judy over een aantal weken op als we in Bellingham zijn.
Haines ligt aan een prachtige kust met fjorden. Het heeft maar 1.800 inwoners en ziet er nogal uitgestorven uit. Ons statige hotel is een oud officiersverblijf van het Amerikaanse leger. We eten in Lighthouse Restaurant aan de baai. Weer een prachtdag, waarin ons tempo na 1,5 week reizen nu eindelijk wat omlaag gaat.
Trackback van jouw site.
SvR
| #
Dat is nog eens wat anders dan een retourtje Amersfoort Vathorst – Hilversum. Nou ja, ik had file op de A1 😉
Reply