Dag 26: op naar de Bahama’s
Een bedlaken dat losschiet als je je omdraait, 4 uurtjes halve slaap en een koude douche. Het maakt niet uit, dinsdagochtend om half 6 zijn we op Miami Airport voor onze laatste bestemming, de Bahama's!
De man van het shuttlebusje heeft ook weinig geslapen. Hij zet ons af aan de verkeerde kant van het vliegveld. Als JW op miraculeuze wijze de losgeschoten clip van zijn tas in zijn oog krijgt, brengt een galante man in zwart-rood pak met dito pet ons een gratis karretje. Bij de incheckbalie blijkt Bahamas Air geen, 3 maar slechts 2 uur aan te houden voor vertrek. Dat begint al relaxed: we halen koffie, schrijven kaarten en internetten.
Er zijn weinig passagiers en we zijn snel aan de beurt. Onze tassen zijn in 3 weken tijd wel onwaarschijnlijk in volume toegenomen. Bovendien blijkt Fens tas te breed voor het vliegtuig (Bahamaanse maatvoering). Dus moeten we terug van 46 en 57 pound naar 50 elk. Dat betekent schuiven met boeken, zonnebrand, waspoeder en bergschoenen. De strenge dames meten Fens tas daarna nogmaals met een papieren meetlint en dat ziet er nogal koddig uit. Zij demonstreren hoe Fen de canvas tas moet opknopen om ook in de breedte te voldoen aan de voorschriften. Het vliegtuig is bijna leeg, maar regels zijn regels. Als we beiden 51 pounds bagage hebben vinden de dames het goed. Maar dan zijn we het piepkleine slotje van JW's tas kwijt: een erfstuk van Fens oma. Ook de paspoorten zijn op onverklaarbare wijze verdwenen. Je zou er bijna moedeloos van worden, ware het niet dat we onderweg zijn naar een romantisch tropisch eiland.
Maar alles komt goed en de dames van de balie zijn blij met hun 2 flesjes gratis cola. Om half 9 vertrekken we op schema. Als we onszelf net goed en wel geïnstalleerd hebben en om koffie vragen, zet het vliegtuig de landing al weer in. We zien zonnige eilandjes, hagelwitte zandbanken en een kraakheldere, blauwe zee. De Bahama's zijn een kippeneindje vanaf Miami, maar wel een wereld van verschil! De mensen zijn hier vrolijk, supervriendelijk en laid back Caribbean. Dat begint al bij de mannen bij de customs: Have a wonderful stay here! Intussen lachen ze hun witte tanden bloot. Onderweg naar buiten groet iedereen ons en buiten bieden velen hun (taxi)hulp aan. Een beetje zweverig zijn ze ook. Als Fen bij de taxichauffeur informeert naar het weer voor de komende dagen, antwoordt hij: Every day has its blessing. In Nederland zeggen we dan geen zorgen voor de dag van morgen.
Veel te vroeg zijn we bij ons hotel Sandyport Beach en we kunnen nog niet in onze kamer. Dus lopen we direct naar het strand, dat eruitziet als de plaatjes in een reisgids: wit zand en een azuurblauwe zee met eilandjes in de verte. Na wat luieren, lunchen we op een gezellig Caribisch terras. Ons hotel is eigenlijk een groot resort met houten huizen en een klein dorp aan zee. Het zeewater komt ook binnen via een kanaaltje en dus is het water overal azuurblauw.
We boeken een boottocht voor donderdag naar Exuma Islands, 1 van de mooiste eilandengroepen van de Bahama's. Je kunt er zwemmen met dolfijnen, maar ook met varkens. Dat is nu de topattractie op de Bahama's, lezen we op internet. In de liquor store vlakbij is het een gezellige boel. Een lange zwarte man vertelt trots dat hij 6 jaar in Leiden heeft gewoond. Hij vond Elphen an de Raain ook helemaal geweldig. Hij werd er opgeleid door Heineken, dat hier een grote afzetmarkt heeft. En passant biedt hij ons zijn diensten aan voor een tour over het eiland.
Ik wil zo nog wel even relaxen hoor, en niet al weer op stap, zegt JW tegen Fen. 's Middags luieren we dus lekker door. JW probeert een hangmat, valt in slaap en komt er 1 uur later met een rug als een wafel uit. Het is een beetje de omgekeerde wereld vandaag: JW kan Fens tempo niet bijhouden. Dat komt vast door Fens kuur. Die doet wonderen!
JW wil vanavond op de bonnefooi naar de stad lopen. Maar 12 km is toch wel een beetje lang voor een avondje uit. In een taxi krijgen we uitleg over de Bahamaanse overheid, de regels (die er wel zijn, maar ook weer niet) en het gigantische hotel met casino van 20 biljoen dat hier wordt gebouwd. Alleen voor toeristen, want de mensen hier mogen niet gokken. We eten bij Twin Brothers in Arawak Cay: tropical conch salad met vis & vruchten en een tropical delight (Bahama Mama)! Sorry it took so long, zegt het meisje dat ons bedient als zij na 1 minuut onze bestelling komt opnemen.
Om ons heen zien we gezellige hangjongeren met dreadlocks, een oude man in bruin pak met vies basebalpetje en jonge meiden met boobies aan 2 kanten. Hey, need taxi? No, thanks! Okay, great man. Are you fine? Alles gaat hier in een enorm relaxte sfeer. Langs het strand lopen we terug. Hey, need taxi? Yes, great! 12 km terug was toch een beetje ver.
Trackback van jouw site.