Dag 17 & 18: van St. Petersburg naar Fort Myers, Naples, Everglades & Homestead
Zondag vertrekken we over Highway 275 verder naar het zuiden. Voor het hotel belt JW nog net even met Linda. Via Bradenton, Sarasota en Venice volgen we de borden Naples (wat een herkenning, al die Europese namen), over ontelbare bruggen die eilanden en landtongen met elkaar verbinden. Overal zien we water!
Er zijn zelfs speciale fishing piers voor dagjesmensen. Ik voel dat we steeds dichter bij de Bay Harbour Butcher komen, mijmert JW. Bij Cape Coral zoeken we het strand, maar dat blijkt niet makkelijk te vinden. Sanibel Island is een aanrader, maar dan moeten we met de boot. In Fort Myers Beach vinden we een parkeerplek bij Beach Club The Neptune. Voor 10 dollar krijg je er 2 strandstoelen bij. Dus vleien we ons voor de 2e dag op rij neer in het zachte witte zand van de Gulf Coast. We lezen, slapen en halen ijs bij een fietskar met decoratieve palmboom.
Als we om 8 uur in Naples aankomen, blijkt het Conty Hotel overboekt te zijn. Het is namelijk het enige betaalbare hotel in de stad. De receptionist belt gestresst met zijn baas. 10 minuten later stapt een olijke Italiaanse voor de receptie uit haar kanariegele Mustang. Eerst begeleidt zij ons naar de plaatselijke pizzeria, waar wij met z'n 3'en een afhaalpizza bestellen. Leuk!
De nacht brengen we door in haar villa aan 433 Forest Hill Boulevard in Naples. Maar eerst moeten we met haar en haar man aan de borrel en pizza. Zij schenken ons wijn en vertellen intussen honderduit over Amerikanen (oppervlakkig), hun property (ze hebben 2 hotels hier en nog 1 in Rome) en de Everglades (niet doen, vooral niet op een boot). Tot slot laten Fen en de vrouw de hond uit. Daarna mogen we naar bed…
Maandag slapen we uit. De vrouw des huizes is al om 4.00 uur vertrokken, de man des huizes horen we wat rommelen met kopjes en de vaatwasmachine. Als we rond half 11 vertrekken maakt hij zich nuttig in de tuin. Ontbijten mogen we nog in het hotel, waar zijn vrouw op ons wacht, maar wij moeten door!
Bij AT&T kopen we een internetkaartje. Voor 50 dollar beltegoed voeren ze eerst 20 minuten onze gegevens in. Met de zaken gaat het wel goed, aldus de vrolijke verkoper. JW komt intussen poolshoogte nemen: hiervan wordt zelfs hij ongeduldig. Zijn geduld wordt nog een keer op de proef gesteld bij het postkantoor, waar heel gepensioneerd Naples op maandag rond het middaguur samenkomt. 20 minuten later staat Fen weer buiten met 10 postzegels.
Naples is een welvarende stad met veel rijk publiek en luxe villa's. Als we door het centrum rijden, stopt de auto voor ons om zijn grijzende vrouw op te pikken bij een winkel. Tegen de tijd dat onze slome voorganger 1 blok verder is, zet hij haar weer af. En zoekt een parkeerplek in de straat. Wat een gedoe! Don't go left!, horen wij een gestreste pensionado roepen bij een druk kruispunt.
Over Highway 75 – of Alligator Alley – rijden we de Everglades in. Alligators schijnen bang te zijn voor mensen, maar het blijft spannend als ze 2 meter van je af aan de waterkant liggen zonder hek ertussen. Gelukkig liggen de meesten te slapen en doen alleen een groot oog open als we langslopen. Voor de vele exotische vogels en schildpadden hoeven we niet te vrezen. De indianenhutten langs de route zien er commercieel uit en zo rijden we door, nagenietend van de enge alligators.
Om half 8 zijn we in ons hotel in Homestead. Als JW op het bed gaat zitten, zakt het bed in elkaar. Omdat de klusjesman al naar huis is, pakken we onze spullen weer en verhuizen naar een andere kamer. Van de schrik bekomen, eten we bij de plaatselijke Tai. En voeren een interessant gesprek met een Amerikaanse over de verkiezingen. Met Obama heeft ze niet veel op: hij hoort nu ook tot het establishment en daarvan komt weinig goeds!
Als ze begint over RINO’s voelen wij de bui al hangen. Republicans In Name Only is een scheldnaam voor Republikeinen die niet rechts genoeg zijn. Ook locals met een grote mond vindt ze maar niets: big hats, no cattle. Moe maar voldaan gaan we slapen!
Trackback van jouw site.