Dag 16: van Nelson naar Greymouth
We zijn net op tijd voor het ontbijt vanochtend. Zonder wristband kan dat hier eigenlijk niet, maar het is toch snel akkoord. We beginnen én eindigen deze dag met (toast en) pancakes!
Onze Lannoo’s Reisgids beschrijft allerlei routes en toevallig houdt het boekje dezelfde volgorde aan als wij. Zo rijden we vandaag route 15 over Highway 6 naar het zuiden. Een contrast met de Abel Tasman Track gisteren: baaien en lichtblauw water en vandaag een geologisch jong gebergte met naaldbomen. In Animal Park, een soort kinderboerderij langs de route, drinken we koffie. Langs Buller River vervolgen we onze route. De weg ligt tegen de hoge rotswanden aangeplakt en is er niet veel plaats voor tegenliggers, vooral niet in de scherpe bochten. Avontuurlijke brugconstructies helpen bij het oversteken van de talrijke zijriviertjes.
Buller Gorge Swingbridge is de langste personenhangbrug van NZ. Om de brug is een Adventure & Heritage Park gebouwd: je kunt de beweeglijke brug oversteken of er hangend aan een draad langsrazen. We betalen 5 dollar en daarvoor gaat JW all the way, al heeft hij wel een licht onzekere tred. Fen doet, met slippers, camera én hoogtevrees, alleen een sneak preview van 10 meter. Aan de overkant maakt JW nog een wandeling door de bush. Als hij na 20 minuten nog niet terug is, informeert Fen bij de kaartjesverkoper wat er aan de overkant allemaal te doen is en of wij wel een retourticket hebben. I mean, is he gonna come back…. Waarop de kaartjesverkoper zeer gevat antwoordt dat zij dat niet aan hem moet vragen.
Via Westport naderen we Cape Foulwind voor de meest noordelijke robbenkolonie van NZ. Speciale paden, bordjes en kijkplekken leiden precies naar de robbenrots. Als de dieren naar een naastgelegen rots zouden verkassen, hebben ze hier een logistiek probleem. Lekker lui ligt de kolonie in de zon. De jonkies zijn wel actief en nieuwsgierig. JW begint enthousiast zelf foto’s te maken. Knap hoe het de robben lukt om eten te vinden: de zee is zo wild dat een normaal mens hier voor geen goud van de rotsen zou afspringen. JW wil doorlopen, naar de vuurtoren zo’n 4 kilometer verderop. Hij start dus alvast met de wandeling door de duinen. Ik vraag alleen wat je ervan vindt als ik redelijkerwijze verwacht dat je het ook een goed idee vindt, bekent hij. Bijna alleen op de wereld lopen we een rondje over heide, duinen en rotsen langs de Tasmanzee. Is this a kiwi? vragen we een NZ’ er op de parkeerplaats. Het blijkt een weka te zijn, ook een leuke naam. Bij Bay House Café drinken we een drankje aan zee, wat een toplocatie.
Aan de West Coast is de zee onstuimig en de stranden zijn bezaaid met rotsblokken en drijfhout. Door de vele neerslag zijn de steile rotsen begroeid, als een zee van groen. De Pancake Rocks rijzen hoog op uit zee en lijken echt op pannenkoeken. De golven schieten met een donderend kabaal omhoog uit de holtes tussen de rotsen (de blowholes) en dus houden we het niet droog. Het geweld van de zee en de invloed op de vorming van de rotsen is imponerend.
Ons hotel ligt in het sombere stadje Greymouth. We hadden wat moeite met boeken bij Ashley Hotel. Het lijkt niet vol te zijn, daarna wel, maar uiteindelijk regelen ze een betere kamer voor dezelfde prijs. Bij het uitladen van de auto ziet JW een aantal kruizen in zijn ooghoeken. Volgens mij zitten we naast een begraafplaats, mompelt hij. Fen wil dat niet weten en laat het raampje van de badkamer vannacht voor de zekerheid dicht. Morgen meer!
Trackback van jouw site.