Dag 13: van South Padre Island naar Laredo (enkeltje Mexico?)
Vanochtend vroeg nemen we een laatste duik in het zwembad terwijl de zon opkomt uit de Golf van Mexico! Met de tassen gepakt en de auto vol gaan we voor de laatste keer naar onze favoriete ontbijtplek Grapevine Café. Zij verwachten ons al: Same breakfast today?
Maar heel gek is dat niet, als je bijna de enige toeristen op het eiland bent. Om half 11 verlaten we South Padre Island, samen met een grijsaard van 70 met dito baard en zijn dartele vriendin van 65. Zij stift haar lippen nog even voordat ze, met blote armen en potje op haar hippe grijze coupe, achterop de Harley Davidson stapt.
South Padre Island blijkt niet met een dam, maar een brug aan het vasteland verbonden: Queen Isabella Memorial Causeway. Bij aankomst eergisteren was het te donker en guur om dit te zien. Port Isabel and South Padre Island are joined by this 2,5 mile long causeway, the longest bridge in Texas! Fijn dat we met mooi weer vertrekken met een geweldig uitzicht op South Padre Island.
Texanen zijn soms rare snijbonen: baantjes zwemmen in het zwembad van het Hilton doen ze bij voorkeur met cowboyhoed op. Maar ze zijn ook hulpvaardig en dat is handig als je verstrooid bent en veel spullen hebt om mee te sjouwen. Bij Mission San José attendeert een aardige Amerikaanse Fen bij het wegrijden op haar camera die nog op het dak van de auto ligt. Bij Grapevine Café komt de waitress naar buiten rennen met Fens dure lens. Die rare Amerikanen behoeden ons dus regelmatig voor stommiteiten.
Via de havenstad Brownsville volgens we Interstate 77 en 83 langs de Rio Grande naar het noordwesten. De temperatuur stijgt en de Mexicaanse invloeden worden groter. Adopt a highway, zien we langs de route, met de naam van een weldoener erbij. Met die gulle gift kan de overheid 2 mijl van de route schoonhouden. Zo zie je op de meest verlaten plekken een man met prikker en vuilniszak met gevaar voor eigen leven in de berm rondscharrelen omdat een weldoener heeft betaald voor het reinigen van juist dat deel van de weg.
Autodealers hebben ook bijzondere gewoonten. Vele 100’ en auto’s staan met de motorkap open op de immense terreinen. Als je dan als laatste medewerker moet afsluiten, ben je zo maar 2 uur bezig.
In Rio Grande Valley drinken we ice coffee om af te koelen: het is 41 graden! We passeren Zapata en Las Palmas en daarna zo'n 80 mijl helemaal niets. Zo rijden we bijna alleen op de wereld met de muziek van Lucinda Williams en Neil Young: If you're looking for a heart of gold. In de buurt van Laredo gaan we op zoek naar een Starbucks. Die blijkt verstopt op een groot parkeerterrein in een shopping mall. Losse winkels vind je bijna niet. Amerikanen klitten samen in koele malls met veel eten, drinken, Victoria's Secrets en ander vermaak.
Aangezien het al laat is en Del Rio nog 290 km rijden, boeken we hotel Fairfields Inn Marriott in Laredo. Vanuit hier kunnen we makkelijk en snel de Mexicaanse grens over, had JW gelezen. We parkeren de auto op Zaragoza Street en lopen door het historical district en langs hoge hekken met prikkeldraad naar Bridge 2.
Bij de brug is een kassa, waar we voor USD 1,60 een enkeltje Mexico kopen. Aan de andere kant koop je zo weer een enkeltje terug, aldus de caissière. We zijn onder de indruk van de hermetische afsluiting tussen 2 landen, de gelaten houding daarover en het verschil in sfeer met maar 1 brug ertussen. Aan de Amerikaanse kant is het stil, gearriveerd en saai, in Mexico druk, met armoe, maar ook veel bedrijvigheid en een relaxte sfeer.
We slenteren rond, laten houten sleutelhangers maken en eten een vruchtencoupe, vers gesneden door een oude man die daar met liefde 10 minuten over doet. 's Avonds is het onveilig, dus we lopen terug, kopen 2 enkeltjes en melden ons bij de Amerikaanse post. Als we paspoort en ESTA-verklaring laten zien, meldt de US Customs dat die alleen op vliegvelden geldt, en niet als voetganger. Daarvoor is een green card nodig. Maar, zeggen we, we zijn 2 uurtjes geleden van de Amerikaanse kant overgestoken, hebben voor 2 uur muntjes in de automaat gedaan, en al onze bagage staat in ons vanmiddag geboekte hotel. Daarvan zijn de heren niet onder de indruk. We kunnen wel bij hen een green card regelen, maar daarvoor moeten we in de rij.
Zo staan we ruim een uur te wachten, anderen mogen voor, elke keer gaat een kassa voor onze neus dicht en we moeten 3 keer in de rij (aanvragen, inleveren van de ingevulde formulieren en betalen van USD 12). Wat een machtsvertoon voor westers uitziende toeristen met een Europees paspoort. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel: Fen kan haar geduld testen. Want, zo analyseert JW, geduld is niet haar sterkste kant. Om 9 uur zitten we alsnog aan een lichte maaltijd in dit keurige, fijn gereguleerde land. God bless America…
Trackback van jouw site.